Newfoundlander
De Newfoundlander (de Gentleman onder de honden) komt van oorsprong uit Canada van het eiland Newfoundland, waar hij de vissers hielp met de netten uit het water te halen en ook als mensenredder bekend stond. Er zijn 3 kleurvariëteiten te weten zwart, bruin en wit-zwart.
Ras omschrijving van een Newfoundlander
De Newfoundlander is een imposante hond, die harmonisch en krachtig gebouwd is maar ondanks zijn grote en zwaarte geen trage of plompe indruk mag maken. Er moet een duidelijk verschil tussen reu en teef zijn. Ze hebben een brede en rechte rug. De borst is breed en diep en de staart reikt iets verder dan de sprong. Belangrijke gewenste onderdelen in het Newfoundlanderhoofd zijn: zachte expressie die welwillendheid en zachtheid weerspiegeld. Een goed gevormd breed hoofd en licht gewelfd schedeldak. De voorsnuit is duidelijk vierkant, diep maar matig kort en vrij van plooien. De ogen zijn klein en donker, ver uiteen geplaatst en matig diepliggend. Het gebit is bij voorkeur scharend maar tang is toegestaan. Staat recht op de benen. De schofthoogte van een reu is ongeveer 71 cm en die van een teef ongeveer 64 cm.
Karakter van een Newfoundlander
De Newfoundlander is een zelfbewuste, aanhankelijke, intelligente en zachtmoedig hond. Zijn imposante verschijning zal diegene die kwaad in zin heeft op afstand houden. Newfoundlanders voelen situaties feilloos aan en zullen u als baas adequaat beschermen. De Newfoundlander heeft natuurlijk net als iedere andere hond wel een opvoeding nodig. Daarom is het raadzaam om een gehoorzaamheidscursus te volgen, dus bezint eer ge begint: Denk goed na voordat u een Newfoundlander in huis neemt, een klein beertje vindt iedereen leuk maar wat als ze groter worden.De Newfoundlander houdt van wandelen maar vooral zijn voorkeur voor het water is bekend. Ongetwijfeld is dit een van zijn markante eigenschappen (waterwerk). De gemiddelde leeftijd ligt ongeveer rond de tien jaar. Er zijn natuurlijk honden die ook eerder overlijden, maar ook die ouder worden.
FCI Informatie
FCI groep 2: Pinschers, Schnauzers, Molossers en Sennenhonden
Bron: Raad van Beheer.